6i8 3 DECEMBER 1923. De heer HORNIX wil even terugkomen op de financieele zijde van de zaak. De Voorzitter heeft ontkend, dat de nieuwe regeling financieel nadeel voor de gemeente zal medebrengen. Daar de vacantie-toeslag echter nog bestaat, zal de voorgestelde regeling de gemeente nu meer kosten. De VOORZITTER Dit is niet duidelijk, doch men moet er bij deze regeling geen rekening mede houden. De heer APPELBOOM wenscht even zijn stem te moti- veeren. Het is voor spr. slechts de kwestie, wat voor de gemeente-werklieden het voordeeligst is. Daarom heeft spr. zich afgevraagd zijn zij beter af met 7 of 9 vacantie-dagen Waar nu de Paus de verplichting tot vieren van de bewuste feestdagen als Zondag heeft afgeschaft, gelooft spr., dat de gemeente-werklieden de voorkeur zullen geven aan een vermeerdering van het aantal vacantie-dagen met twee. De VOORZITTER merkt op, dat, als de Paus morgen het besluit zou nemen, dat er eenige als Zondag te vieren feestdagen bijkwamen, spr. afgezien van de kosten direct er voor zou zijn om het aantal vrije dagen uit te breiden. Het gaat hier om een kwestie van principieelen aard. De heer APPELBOOM Nu echter hebben wij de keuze om te laten werken. De heer MOLL wijst in verband met de vraag van den heer Schrauwen of deze dagen door den Paus gedis penseerd zijn op het groote verschil in samenstelling op godsdienstig gebied van de bevolking boven en beneden den Moerdijk. In het officieele stuk staat, dat de verplichting tot het vieren van die dagen als Zondag vervallen is, het geen niet wil zeggen, dat de viering zelve is afgeschaft. De maatregel geldt alleen voor zoover algemeene belangen dit vorderen. Spr. kan zich dan ook voorstellen, dat b.v. de Bisschop van Haarlem er anders over zal denken dan een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 618