3 DECEMBER 1923. Voor: de heeren Hornix, Cerutti, Feber, Appel boom, Pelster en Van Groenendael. Het voorstel van den heer Moll, om den Sint Josephdag uit artikel 22 te schrappen, wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer MEIJVIS wenscht aanteekening, dat hij uit mate- rieele beweegredenen tegen schrapping van den Sint Joseph dag is. De VOORZITTER geeft in overweging om het voorstel van den heer Z ij 1 m a n s, tot opneming van den Goeden Vrijdag, te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies, echter met dien verstande dat vóór Goeden Vrijdag 1924 door den Raad in deze een beslissing kan worden genomen. De heer ZIJLMANS acht deze zaak niet van zooveel belang, dat daaromtrent eerst prae-advies behoeft te worden uitge bracht. De Raad kan z. i. terstond een beslissing nemen. Het voorstel van den Voorzitter, om het voorstel van den heer Z ij 1 m a n s te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae- advies, wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 11 tegen 8 stemmen. Voor: mevrouw N e v e-R e i n t j e s en de heeren Horn ix, E 1 i c h, Cohen, Loo mans, Cerutti, Feber, Me ij vis, Appelboom, Pelster en Van Groenendael. Tegen de heeren Van L u ij t e 1 a a r, Bogmans, VanSasse van Ysselt, Zijlmans, Korteweg, Haaiman, Moll en Schrauwen. 26. Schriftelijke vragen van het raadslid Haaiman aan den Burgemeester met betrekking tot de 56-urige werk week van het politie-personeel, luidende als volgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 621