3 DECEMBER 1923. 623 3-tal agenten ontslag kan worden verleend, zonder dat zij vervangen behoeven te worden. Nu is er gezegdmaak van de 56-urige werkweek een 52-urige. Spr. heeft ten opzichte daarvan den technischen dienst geraadpleegd en toen is gebleken, dat de 52-urige werkweek moeilijkheden oplevert ook voor de indeeling van den werkrooster. Een werkweek van 56 uur bestaat ook elders. Men heeft er hier geen slechte gevolgen van onder vonden de dienst wordt met opgewektheid vervuld, gevallen van ongesteldheid als gevolg van te langen diensttijd hebben zich niet voorgedaan. Burgemeester en Wethouders zijn op het oogenblik bezig met voorstellen betreffende arbeidsduur in het algemeen. Spr. vindt ook daarom voorshands geen reden om in den werktijd van het politie-personeel verande ring te brengen. Daarbij doet zich nog een andere factor voor de Commissaris van Politie heeft het voornemen te kennen gegeven om in de komende voorjaar zijn ontslag aan te vragen. Het lijkt spr. gewenscht te wachten tot de nieuwe Commissaris er ismisschien is er dan aanleiding om de zaak andermaal in studie te nemen. Daar komt nog bij, dat de motie-H aalman is genomen in het stervens uur van den Raad, dus op een moment, dat men meer het hart dan het verstand laat spreken. Ten slotte doet spr. mededeeling van een onlangs ingekomen adres van een politie-organisatie, waarin wordt beweerd, dat sommige wijken te groot zijn voor den dienstdat wijst niet op de mogelijk heid de arbeidsuren in te krimpen, De heer HAALMAN brengt op de eerste plaats een woord van dank aan den Voorzitter voor diens antwoord, hetgeen hem evenwel geenszins heeft kunnen bevredigen. Wanneer spr. in zijn derde vraag wijst op de spontaniteit, waarmede zijn motie indertijd is aangenomen, wordt zulks door den Voorzitter in bedenking genomen. Spr. is echter van oordeel, dat een motie, welke met 17 tegen 4 stemmen dus feitelijk met slechts t stem meer dan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 623