632
3 DECEMBER 1923.
22 October 1.1. Wat zijn dat nu voor manieren, zou ik willen
vragen Ons schrijven kwam tot onze ergernis, tegen onzen
wil en wensch in de courant, onvolledig en onjuist, omdat
van ons geen afschrift te verkrijgen was en dit schrijven van
Burgemeester en Wethouders kwam letterlijk in dezelfde
courant, omdat het van 't Stadhuis was toegezonden
naar 't Redactie-bureau. Is 't afdrukken van dit schrijven
nog vóór onze leden ervan konden kennis nemen geschied
ook tegen den wil en wensch van 't College van Burgemeester
en Wethouders of is dit schrijven opzettelijk toegezonden
Zoo ja, dan is al 't geen ik aan 't begin gezegd heb over
de onbescheidenheid ten opzichte van ons schrijven veel te
zacht om 't op deze onwelwillendheid toe te passen, 't Is
waar, hier is geen geheim geschonden, doch de manier van
doen is toch alles behalve aanbevelenswaardig. Is 't geschied
door toedoen van 't College of neen hier moet ik zeggen
door zijn meerderheid, dan zouden we toch wel eens graag
willen hooren, welk doel daarbij heeft voorgezeten.
Men heeft mij ingefluisterd Ja vriendje, de Burgervader
heeft gedacht,,Ik zal die heeren maar eens flink aanpakken,
dan houden zij zich verder wel stil en zoet." Nu dat kan ik
niet gelooven, Mijnheer de Voorzitter, zoo onverstandig
uitdagend zal onze Burgervader niet zijn, wel beseffende, dat
wie kaatst, ook den bal kan terugverwachten, 'k Begrijp wel
heel goed, dat U, Mijnheer de Voorzitter, bij veel klein
gedoe wel eens 't geduld verliest'k bewonder soms zelfs
Uwe gelijkmoedigheid, doch ons protest tegen de aanwijzing
sproot niet voort uit antipathie tegen een persoon, 't was
geen klein gedoe, doch de uiting van 't geen door zeer velen
werd gedacht en gezegd. Wij konden ons ook niet voorstellen,
dat door aanwijzing van een der Katholieke wethouders
't zij dadelijk of na een korten tijd de belangen van
de gemeente zouden zijn geschaad. Waren wij daarvan wel
overtuigd geweest, dan ware onze brief nooit aan 't College
van Burgemeester en Wethouders toegezonden.
Mijnheer de Voorzitter, ik kom aan 't einde van dit