634 3 DECEMBER 1923 Rondvraag. 1. De heer HORNIX heeft opgemerkt, dat de sneeuw op de trottoirs vóór de openbare gebouwen niet van ge meentewege wordt opgeruimd. Spr. is van meening, dat de gemeente hierbij het voorbeeld moet geven en verzoekt daarin verandering te brengen. Voorts vestigt spr. de aan dacht op de vele klachten, welke den laatsten tijd worden geuit over de kwaliteit van het gas. De VOORZITTER antwoordt, dat de wenk betreffende het sneeuwruimen ter harte zal worden genomen. Wat de opmerking over de kwaliteit van het gas betreft, deze zal vermoedelijk door de leden der Gascommissie zijn gehoord en een punt van bespreking in hare eerstvolgende vergadering uitmaken. 2. Mevrouw NEVE-REINTJES heeft omstreeks half Juli van dit jaar aan het College eenige vragen gesteld in verband met het inwerking treden der gewijzigde huurwetten, waarop zij echter nog geen antwoord mocht ontvangen. Spr. heeft nogmaals een bezoek gebracht aan verschillende krotwoningen. De toestanden, welke zij daar heeft aangetroffen zijn meer dan ellendig. Aan den Vlaszak woont een vrouw met vijf kinderen, waarvan er reeds twee tengevolge van de slechte gesteldheid der woning overleden zijn. Er is den afgeloopen zomer reeds gezegd, dat er woningen zullen komen, o.a. aan het Dijkje, doch er komt maar niets. De VOORZITTER zegt, dat volgens de indertijd gehouden telling de woningnood onder een getal van 1000 wo ningen was te brengen. Sindsdien zal daarin niet veel ver andering zijn gekomen, daar het der gemeente aan grond ontbreekt. Wat de woningen aan het Dijkje betreft, daaraan wordt gewerkt. Ten slotte merkt spr. op, dat als de minis- terieele circulaire door Burgemeester en Wethouders werd uitgevoerd de menschen op straat zouden worden gezetnu hebben zij tenminste nog een dak boven hun hoofd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 634