636 3 DECEMBER 1923. 5. De heer ZIJLMANS vraagt, waarom het zoolang duurt, alvorens het Diaconessenhuis antwoord krijgt op zijn nader schrijven, d.d. 22 Augustus j.1.in zake de verpleegkosten voor armlastige patiënten. De heer FEBER antwoordt, dat er te dien aanzien geen contract met het Diaconessenhuis bestaat. De zaak is bij de commissie voor de reorganisatie van den geneeskundigen dienst behandeld en thans zoover gevorderd, dat een concept contract staat gereed te worden. 6. De heer KORTEWEG vraagt, of er al een arbitrage- besluit in zake het geschil betreffende de aanbesteding van de nieuwe Tolbrug is. De VOORZITTER deelt mede, dat de kwestie met den aannemer M e ij s in het voordeel der gemeente is beslist. Wat de geschiedenis van het steenen-uithalen betreft, deze heeft de gemeente verloren. Het is vermoedelijk de laatste keer geweest, dat Burgemeester en Wethouders een arbitrage bepaling in de bestekken opnamen. 7. De heer BOGMANS zegt, het niet met den heer H o r n i x eens te zijn, dat van gemeentewege eerst de sneeuw vóór de openbare gebouwen moet worden weggeruimd. Spr. zou het eerst de sneeuw uit het woonwagenkamp, den Nijver heidssingel en dergelijke modderstraten verwijderd willen zien. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Bogmans de bedoeling van den heer H o r n i x blijkbaar niet goed heeft begrepen. Alsnu sluit de VOORZITTER de vergadering. De Secretaris, De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 636