ii DECEMBER 1923. De VOORZITTER heeft met voldoening het verzoek van den heer Van Luijtelaar vernomen en zal, overeen komstig zijn vroeger medegedeelde meening, gaarne de aan gelegenheid verder bij de begrooting behandeld zien. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde 1. Kennisgeving van de nieuwbenoemde leden der com missie van advies voor de werkloosheidsverzekering en arbeids bemiddeling, dat zij hunne benoeming als zoodanig aannemen. 2. Bericht van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 29 October j.l. tot vaststelling eener gewijzigde salaris regeling voor het onderwijzend personeel aan het Gymnasium. De VOORZITTER stelt voor, deze beide stukken voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 3. Adres van het bestuur der R. K. Bouwvereeniging, verzoekende verhooging van het toegekende bouwvoorschot voor den bouw van 206 arbeiderswoningen met een bedrag van f 22.036,64. De VOORZITTER geeft in overweging, dit adres te stel len in handen van Burgemeester en Wethouders om prae- advies. De heer HORNIX vraagt, of het in het voornemen van Burgemeester en Wethouders ligt om in deze het advies van de bouwcommissie in te winnen, zoo niet, dan zou spr. een opmerking wenschen te maken alvorens dit adres in handen van Burgemeester en Wethouders wordt gesteld om prae- advies. De VOORZITTER antwoordt, dat nagegaan zal worden, of in dit geval het advies van de Bouwcommissie dient te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 641