642 n DECEMBER 1923. worden ingewonnen. Mocht het College zulks niet noodig oordeelen, dan zou spr. er prijs op stellen, dat de heer Hornix zijn opmerkingen schriftelijk bij Burgemeester en Wethouders indiende. Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu besloten, het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. 4. Verzoek van A. P. de Groot, om eervol ontslag als rentmeester van het Burgerlijk Armbestuur met ingang van 1 Februari 1924, met voorstel van het Burgerlijk Armbestuur, om daaraan te voldoen onder dankbetuiging voor de goede diensten door hem in zijn betrekking aan het armwezen bewezen. De VOORZITTER wijst er op-, dat het hier de ontslag aanvrage betreft van een ambtenaar met een veeljarigen trouwen dienst. Burgemeester en Wethouders sluiten zich dan ook volgaarne aan bij de waardeerende woorden van het Burgerlijk Armbestuur, wijl zij dien ambtenaar erkentelijk zijn voor de toewijding, bij de uitoefening van zijn taak aan den dag gelegd. De heer CERUTTI wenscht, alvorens een eventueele op roeping van sollicitanten wordt gedaan, in besloten vergade ring een bespreking te houden over de vervulling dezer vacature. De VOORZITTER zal daartoe straks de gelegenheid geven. Daarop wordt conform het voorstel van het Burgerlijk Armbestuur besloten. 5. Adres van T h. J. d e J o n g, verzoekende ontheffing van een der voorwaarden, waaronder aan hem bij raads besluit van 9 October j.l. een uitzondering is toegestaan op art. 15 der Bouwverordening, met voorstel van Burgemeester

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 642