646 ii DECEMBER 1923. De heer ZIJLMANS zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter. Met de specificatie in het prae-advies van Burgemeester en Wethouders ga ik accoord, echter niet met het beginsel der pensionneering. Ik ben'het met de verordening, regelende de pensionneering der wethouders, absoluut niet eens en spreek de hoop uit, dat deze zeer spoedig moge verdwijnen of althans belangrijke wijzigingen daarin zullen worden aan gebracht. Het is mijn vaste overtuiging, dat deze verordening tot stand is gekomen tegen den wil van het grootste gedeelte onzer gemeentenaren. Zonder verdere opmerkingen wordt overeenkom stig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot defi nitieve vaststelling van een bouwverbod op gedeelten van perceelen, gelegen aan de Balfortstraat. De heer ZIJLMANS heeft naar aanleiding van het tot den Raad gericht adres der N.V. Maatschappij „Boeimeer" ter plaatse een onderzoek ingesteld en is tot de conclusie ge komen, dat het aanbod dier Maatschappij alleszins billijk is hare belangen als eigenares van den grond worden door dit bouwverbod inderdaad benadeeld. De VOORZITTER zegt, dat dit thans niet aan de orde is. Het gaat alleen over de vaststelling van het bouwverbod. De besprekingen over het adres der N.V. Maatschappij „Boeimeer" dienen te worden opgeschort tot daarover prae- advies aan den Raad is uitgebracht. De heer ZIJLMANS merkt op, dat dan middelerwijl het bouwverbod heeft plaats gehad, waarop noodwendig ont eigening moet volgen. Spr. verklaart zich echter berejd met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 646