6s6 ii DECEMBER 1923. van het Stationsplein en de Willemstraat dringend verbete ring behoefde. De heer BOGMANS brengt in herinnering, dat doorhem reeds jarenlang is aangedrongen op bestrating van den Nij verheidssingel. Verleden jaar echter heeft hij bij de behan deling der begrooting verklaard, van zijn stokpaardje af te stappen in verband met de voorgenomen gedeeltelijke be strating van dien singel. Ofschoon spr. wel iets voelt voor de door den heer Z ij lmans voorgestelde bezuiniging, zal hij haar toch niet steunen, omdat hij vreest, dat daardoor de verbetering van den Nijverheidssingel en de Fellenoord- straat weer uitgesteld zou worden. Spr. zal daarom voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen. De heer FEBER wil even opmerken, dat men deze zaak uit tweeërlei oogpunt kan bezien. Men heeft n.l. onderscheid te maken tusschen het feit, dat verbetering van de huidige bestrating van het Stationsplein en de Willemstraat noodig is en de wijze van bestrating. Het eerste is reeds sedert eenige jaren een uitgemaakte zaak en het is dus noodeloos tijdverspillen daaromtrent thans nog in beschouwingen te treden. De heer PELSTER brengt hulde aan den heer Z ij 1 m a n s voor diens heldhaftige onbaatzuchtigheid. Want het mag toch wel een onbaatzuchtigheid genoemd worden, dat de heer Zij lmans, ondanks het feit, dat hij zelf in de Willemstraat woont, de bestrating daar ter plaatse intact wenscht te laten. Spr. hoopt, dat de andere leden den heer Zij lmans daar voor zullen beloonen door hem toch een mooie bestrating vóór zijn deur te geven. Voorts deelt spr. mede, dat de meerdere kosten aan die bestrating verbonden niet zoo groot zullen zijn als aanvankelijk werd geraamd. De Directeur van Openbare Werken heeft de zaak nog eens nagegaan en is tot de conclusie gekomen, dat alles zal kunnen geschieden voor f 45.000; d.i. maar f 800,- meer dan aanvankelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 656