ii DECEMBER 1923. 657 is toegestaan. Spr. kan daar nog bijvoegen, dat, als men besloot het Stationsplein en de Willemstraat opnieuw met keien te bestraten, de totale kosten f 2500,lager dan de begrooting zouden zijn, omdat de keien goedkooper zijn geworden. Een denkbeeld, als thans door den heer Z ij 1- mans naar voren wordt gebracht, n.l. om alleen de Felle- noordstraat en den Nijverheidssingel te bestraten, is door spr. reeds aan den Directeur voorgelegd het zou met inbe grip van het bestraten van een stukje Ceresstraat geen f 19.800 maar f 36.000 kosten. Dit scheelt dus niet zoo veel met de kosten aan het plan van Burgemeester en Wet houders verbonden, vooral wanneer men daarbij in aanmerking neemt, dat deze in dit geval eigenlijk nog verminderd zouden moeten worden met de kosten van de verplaatsing der keien. Immers, blijft het financieel hetzelfde, of men een zelfde oppervlakte hier of daar met keien bestraat. Nu is bij een bestrating met asphalt-blocs de wenschelijk- heid naar voren gebracht om in het weg-oppervlak liggende geleidingen, zooals bijv. de waterleiding, de rioleering enz. naar het trottoir over te brengen. Spr kan in verband daar mede verzekeren, dat alle geleidingen goed zijn nagezien de verwachting is, dat er voorloopig geen groote manke menten aan zullen komen. De verplaatsing der rioleerings- buizen zou f 5000, die der waterleiding f 2000 kosten. Spr. is dan ook van meening, dat men eventueele opbrekingen uit de besparing dier f 7000 best zal kunnen betalen. Deze asphaltbestrating heeft groote voordeelen zij is geruischloos en ondoordringbaar voor water bovendien is zij stofvrij en slijt zeer weinig af. In Amerika bedroeg de afslijting 3 m.M. in 12 jaren. Ook moet men niet vergeten, dat de beton- onderlaag blijvend is Spr. is er dan ook van overtuigd, dat deze soort van bestrating alles bij elkaar genomen op den duur niet kostbaarder zal zijn dan een keibestrating. De heer HAALMAN acht het verkeerd, dat de bestrating der Fellenoordstraat en Nijverheidssingel wordt vastgeknoopt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 657