11 DECEMBER 1923.
659
P e 1 s t e r, wanneer deze wat langer wethouder van Open
bare Werken zal zijn, wel cot andere inzichten zal komen.
De heer Pel ster heeft de hoofdzaken van spr.'s betoog
heel slecht weerlegd zijn redeneering houdt dan ook voor
het grootste gedeelte geen steek. Indien er de hand aan
wordt gehouden, dan heeft men hier in Breda een goede
bestrating. De Willemstraat maakt daarop geen uitzondering,
mits zij goed onderhouden wordt. Men moet echter geen
grootheidswaanzin krijgen en Breda met de groote steden
gaan vergelijken. Spr. heeft vele groote steden bezocht; men stelt
daar andere eischen. Kleine steden hebben het voordeel,
dat zij de hand kunnen leggen op heel goede keien. Groote
steden kunnen dat niet en moeten bovendien zoo nu en
dan eens iets nieuws hebben. Spr. keurt de asphalt-blocs
niet af, maar zou er liever een proef mede nemen in de straten
van de binnenstad. De bestrating van de Pellenoordstraat
en den Nijverheidssingel komt hem echter veel urgenter
voor. Den heer Kluft wil spr. er op wijzen, dat Napoleon
een groot man was, die vele goede wegen heeft doen aan-
leggen de keien, welke daarin vóór een eeuw gelegd zijn,
liggen er thans nog Keien zijn dan ook onverwoestbaar.
Men kan over deze zaak van opinie verschillen, doch spr.
blijft op het standpunt staan, dat de Willemstraat en het
Stationsplein intact moeten worden gelaten en dat voor de
bestrating van de Pellenoordstraat en den Nijverheidssingel
nieuwe keien dienen te worden aangekocht.
De heer KLUFT wijst op het feit, dat iedere kleine stad
in België asphalt-wegen heeft, hoewel de keien daar veel
goedkooper zijn dan hier. Voorts komt spr. op tegen de
bewering van den heer Z ij 1 m a n s, dat de groote steden
geen goede keien zouden kunnen bekomen. Spr. denkt, dat
de heer Z ij 1 m a n s dat zelf wel niet zal gelooven. Ten
slotte zegt spr., dat het hier niet gaat over zoo'n groot
bedrag men kan de proef gerust eens nemen.