66o
ii DECEMBER 1923.
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders
en de vorige Raad het oude voorstel betreffende de Kelle-
noordstraat en den Nijverheidssingel verbonden hebben aan
dat van de Willemstraat uit een economisch oogpunt. Spr.
maakt de opmerking, dat hij den heer Z ij 1 m a n s niet het
argument van den heer Pels ter heeft hooren weerleggen,
dat het financieel hetzelfde blijft of men eenzelfde opper
vlakte hier of daar met keien bestraat. De heer Zijl mans
heeft zeer terecht opgemerkt, dat Breda op het gebied van
bestrating een goede reputatie geniet. Daarom rust op ons
ook de verplichting haar die reputatie te doen behouden.
Voorts heeft de heer Z ij 1 m a n s Napoleon in het debat
willen betrekken.
De heer ZIJLMANS Pardon, de heer Kluft.
De VOORZITTER Het aanleggen van goede kei-wegen
door Napoleon, sluit evenwel niet uit, dat deze, indien hij
in onzen tijd geleefd had, misschien ook aan asphalt-blocs
de voorkeur gegeven zou hebben. LTit een verfraaiingsoog
punt bezien, zal een asphalt-bestrating vanaf het Station tot
den ingang van het Valkenberg aangenaam aandoen. Dit
fraaie park mag ook wel eenige eischen aan de aansluitende
bestrating stellen. Spr. heeft, toen hij onlangs toch te Brussel
vertoefde, een langdurig onderhoud gehad met den directeur
ingenieur der wegen over de deugdelijkheid dier asphalt-
bestrating, welke daar reeds tot ondervindingen heeft geleid.
Deze directeur was over die bestrating zeer tevreden de
slijtage blijkt wel zeer gering. Zelfs op de Place de la Mon-
naie met haar zeer druk verkeer geven de asphalt-blocs blijk
van uitmuntenden weerstand. Dit bezoek geeft spr. dan
ook aanleiding de bevordering van het denkbeeld van een
bestrating van het Stationsplein en de Willemstraat met die
bloes te krachtiger te steunen. Met de Stationskwestie is het
zóó gesteld, dat hoewel het nog lang zal duren het
wel vaststaat, dat het nieuwe station in de as van de Willem
straat komt. Hier schuilt dus geen bezwaar,