ii DECEMBER 1923. 661 De heer ZIJLMANS zal geen woorden meer aan deze zaak verspillen het zou toch een vrijwel wanhopige poging zijn. De heer PELSTER wenscht nog even op te merken, dat Amsterdam nog onlangs 10 millioen gulden heeft/litgcigcveiy voor geruischlooze bestrating. Van een teruggaan naar kei bestrating, zooals de heer Haaiman heeft beweerd, is daar dus geen sprake. De heer ZIJLMANS ziet zich genoopt, in verband met het feit, dat de heer P e 1 s t e r Amsterdam als voorbeeld aanhaalt, er nogmaals den nadruk op te leggen, dat de groote steden er in deze heel anders voorstaan goede straat makers heeft men daar niet in voldoend aantal en grèskeien zijn slechts in beperkte hoeveelheid verkrijgbaar. De heer P e 1 s t e r heeft echter nog weinig ervaring opgedaan als wethouder De VOORZITTER protesteert tegen de weinig kiesche wijze, waarop men den heer Pel ster herhaaldelijk zijn kort wethouderschap onder het oog brengt. Voorts zegt spr., dat hem bij zijn uitvoerig gesprek met den directeur-ingenieur te Brussel niet gebleken is, dat daar gebrek aan keien een factor bij de bloc-bestrating uitmaakte. De heer KORTEWEG merkt nog op, dat men altijd vol doende keien kan bekomen, o.a. Zweedsche granietkeien. Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu besloten overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om den boekhouder-kassier bij de gemeente-lichtbedrijven en de waterleiding met ingang van 1 December j.l. in te deelen in een hoogere salarisgroep (groep X der salarisregeling voor de gemeente-ambtenaren). -u* *- cd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 661