ïr DECEMBER 1923. 665 „rond f 112,400,meer zal kosten dan oorspronkelijk „begroot was, zoodat het totaal der ombouwkosten f 755,400, „zal komen te bedragen. „Op grond van het vorenstaande hebben wij derhalve „de eer U voor te stellen, de in Uwe vergadering van 4 „November 1921 aangenomen begrooting voor den ombouw „ad f 673,000,te verhoogen tot f 755,400,voor zoover „deze verhooging niet reeds een uitvloeisel is van de in „Uwe vergaderingen van 27 Maart 1922 en 24 April 1922 „te dezer zake genomen besluiten". De heer HORNIX verklaart, indertijd zeer angstvallig tegenover het plan tot ombouw der Gasfabriek te hebben gestaan eerst nadat hij den toestand in oogenschouw had genomen en de uiteenzetting van den Directeur had gehoord, heeft hij zijn stem daaraan gegeven. De Directeur heeft toen pertinent verklaard, dat met de uitvoering van het plan hoogstens f 643.000,zouden zijn gemoeid thans blijkt, dat het f 112.000,meer kost. Spr. moet dan ook zijn teleurstelling hierover uitspreken. Het spijt hem, dat hij des tijds vertrouwen heeft gesteld in de financieele berekeningen van den Directeur. De heer FEBER merkt op, dat het bedrag van f 643.000, slechts een raming is geweest. De heer Hornix zal ook wel weten, dat zich op technisch gebied allerlei wisselvallig heden kunnen voordoen. Welnu, decepties van verschillenden aard, o.a. in verband met de bezetting van het Roer-gebied, de grondgesteldheid van den bodem, het betalen aan de gemeente van rechten voor het gebruik van gemeentegrond, enfin, te veel om op te noemen, hebben er toe bijgedragen, dat de begrooting aanmerkelijk is overschreden. Zulks valt te betreuren, doch men kan er niets aan veranderen. Men had den ombouw toch moeilijk kunnen stopzetten, omdat er zich zooveel teleurstellingen voordeden. De heer HORNIXDe voorlichting is verkeerd geweest

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 665