ii DECEMBER 1923.
675
„Wijl de Vereeniging echter niet over de noodige con
tanten beschikt, zouden wij bedoelde voorwaarde zoodanig
„willen interpreteeren, dat de betaling zal geschieden op
„den dag, waarop het aangevraagde grondvoorschot van het
„Rijk zal zijn ontvangen.
„Zoodra de koopakte is gepasseerd, kunnen de gelden
„onmiddellijk aan het Rijk worden gedeclareerd, waarna in
„den regel binnen een paar weken de uitbetaling volgt.
„Aangezien het Rijksvoorschot rechtstreeks aan de gemeente
„en niet aan de Vereeniging wordt uitbetaald, bestaat tegen
„deze regeling bij ons geen bezwaar".
De heer SPEIJART VAN WOERDEN wijst er op, dat
het hier om een belangrijk bedrag gaat. De koopers hebben
zich indertijd bereid verklaard deze som te betalen, doch zij
zijn nog niet gebleken daartoe in staat te zijn, Spr. vraagt,
of de absolute zekerheid bestaat, dat het rijksvoorschot zal
worden verstrekt. Zoo niet, dan houdt de gemeente niets
anders over dan een vordering op de Algemeene Woning-
bouwvereeniging. Het voorstel lijkt spr. daarom riskant.
De VOORZITTER antwoordt, dat die absolute zekerheid
bestaat. Het voorschot is door het Rijk al toegestaan, anders
hadden Burgemeester en Wethouders dit voorstel niet kun
nen doen.
Den heer SPEIJART VAN WOERDEN komt het vreemd
voor, dat de Algemeene Bouwvereeniging niet op de een of
andere wijze, b.v. bij een bankinstelling, gelden in voorschot
heeft kunnen bekomen.
De VOORZITTER zegt, dat een bankinstelling daartoe
niet bereid wordt gevonden de gemeente staat daar heel
anders voor.
Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders be
sloten.