67 8 ii DECEMBER 1923. draaischijf; om technische reden beveel ik echter een lus aan. Door mijn stem te geven aan deze proefneming wil ik echter niet te kennen geven, dat ik ben voor gemeentelijke exploitatie, integendeel, reeds vóór dat het tijdelijk gemeen telijk trambedrijf tot stand kwam, heb ik mij als uitdrukkelijk tegenstander doen kennen volgens mijn meening zal de gemeente verstandig doen aan de(n) een of andere(n) goed gefundeerde(n) particulier of maatschappij concessie te geven, natuurlijk onder nader vast te stellen bepalingen en condities. De voorstellen van den V oorzitter der tramcommissie zijn zeer uitvoerig en behoorlijk toegelichtalhoewel de cijfers als vermoedelijk zijn opgegeven, is er sprake van winst. In verband hiermede zou ik het navolgende wenschen op te merken en te vragen. In de exploitatierekening is de ontvangst uit personen vervoer gebaseerd op het vervoer over 1922, dat verhoogd wordt met 25% in verband met de meerdere ritten. j De vraag rijst nu, of het vervoer van 1922 in 1924 we zal worden bereikt, gezien de concurrentie der particuliere auto-bussen. Zoo neen, welke zijn dan de cijfers over de laatste maanden van 1922 en 1923, die een vergelijking mogelijk maken en eenig antwoord geven op bovenstaande vraag Mijnheer de Voorzitter, het is toch goed begrepen, dat de bedoeling van Burgemeester en Wethouders is, de proef met de motor-tractie spoedig te nemen en deze slechts tot enkele maanden te beperken. Ten slotte, Mijnheer de Voorzitter, geef ik Burge meester en Wethouders in overweging, ernstig na te gaan, of in het bestaande bedrijf geen bezuinigingen zijn aan te brengen en zoo ja, deze dan onverwijld toe te passen. De heer APPELBOOM heeft in de stukken gelezen, dat men het voornemen heeft, een bepaalden tramwagen, n°. 15, om te bouwen. Spr. heeft een vermoeden, dat dit de beste wagen zal zijn Hij zou echter in overweging willen geven om van de tramwagens, welke in aanmerking komen voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 678