28 December 1923.
over het in de laatste 3 jaren genoten salaris. Wordt de
heer Haast dus zonder meer tot portier aangesteld, dan
zal hij later een zooveel lager pensioen ontvangen. Dit is
volgens den nieuwsten uitleg van de Pensioenwet.
De heer VAN LUIJTELAAR is ook de meening toegedaan,
dat men door het voorstel van Burgemeester en Wethouders
aan te nemen een gevaarlijk precedent zou scheppen. Het
kan z.i. niet de bedoeling van de Pensioenwet geweest zijn
om iemand op die manier vol pensioen te verzekeren.
De heer BOGMANS vraagt, wat er zal gebeuren, wanneer
de vereischte 7 jaren bereikt zijn. Blijft de heer Haast
dan portier Als secretaris-schatter is hij eigenlijk reeds
ontslagen.
De heer FEBER deelt mede, dat, wanneer de heer Haast
7 jaren in dienst der gemeente is geweest, hij recht heeft
op een pensioen van f600,Het wachtgeld houdt dan
echter op, zoodat hij dan portier blijft en tevens een pensioen
van f 600,geniet. Het voorstel van Burgemeester en
Wethouders is billijk voor den man en voordeelig voor de
gemeente.
De heer SPEIJART VAN WOERDEN begrijpt niet, waar
om deze man in dezelfde financieele omstandigheden moet
blijven verkeeren, terwijl ieder ander, die op wachtgeld
wordt gesteld, achteruit gaat.
De VOORZITTER zegt, dat men in aanmerking moet
nemen, dat het hier niet een gclijkiv aardige betrekking be
treft. Dit geval moet derhalve geheel op zich zelf beschouwd
worden verschillende factoren stempelen het tot een bijzon
der geval. Het kan dan ook geenszins als een precedent voor
andere gevallen beschouwd worden dat moet hierbij uitdruk
kelijk worden vastgelegd.