71 21 FEBRUARI 1923. strekking. Wij zullen onze verplichtingen ten opzichte van dezen huurder tot 31 December a.s. gestand doen, maar, waar er thans plannen aanhangig zijn om den Belcrumpolder in exploitatie te brengen, gaat het niet aan om er in Fe bruari toe over te gaan dit perceel weer te verpachten. De heer OOSTVOGELS Wie eenige kennis van land bouwzaken heeft, weet, dat het voor den pachter thans het juiste tijdstip is om daaromtrent zekerheid te hebben. De VOORZITTER Wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen De heer KORTEVVEG vraagt, of dit perceel deel uitmaakt van het exploitatie-plan van den Belcrumpolder. De VOORZITTER bevestigt zulks. De heer KORTEWEG Dan kan men de zaak ook niet langer tegenhouden. De heer KLUFT Het is ook logisch de huurders wisten toch, dat de gemeente die gronden noodig heeft voor de exploitatie van den polder. Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vei- lenging van de bestaande steunregeling voor werkloozen met 2 maanden. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 17- Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het toekennen van een crediet van a. f 10500.voor het bijplaatsen van 3 groote bronnen met een capaciteit van 30 a 35 M3. per uur nabij de prise d'eau der drinkwaterleiding en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 71