28 DECEMBER 1923. De VOORZITTER stelt namens Burgemeester en Wet houders voor, het gevraagde ontslag eervol te verleenen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 20. Proces-verbaal van de op 13 December j.l. gedane kasopneming bij den boekhouder-kassier der licht- en water bedrijven, waaruit blijkt, dat, met inbegrip van de waarborg- kas der muntgasverbruikers, in kas moest zijn een bedrag van f 73.634,S21/2, welk bedrag ook werkelijk aanwezig is bevonden. De VOORZITTER stelt voor, dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 21. De VOORZITTER zou den Raad over het volgende willen consulteeren. Den ouden raadsleden is het reeds be kend, dat indertijd is ingekomen een verzoek van P. van Oosterhout om overneming van een stukje grond, deel uitmakende van de openbare straat Achter de Lange Stallen. Dit verzoek is toen afgewezen op grond van de bezwaren, welke het toenmalig raadslid Oostvogels daartegen ont wikkeld had. Van Oosterhout is daar nu echter toch gaan bouwen en thans komt het Burgemeester en Wethou ders, nadat zij de zaak nogmaals in beschouwing hebben genomen, beter voor, het bewuste stukje grond alsnog aan Van Oosterhout te verkoopen en vraagt daartoe de machtiging van den Raad. Den heer KORTEWEG dunkt het beter, de behandeling van deze zaak tot een volgende vergadering aan te houden. Zij kan dan misschien in verband worden gebracht met de nieuwe rooilijn aan de Keizerstraat. De VOORZITTER Hiermede houdt de zaak slechts zeer ver verwijderd verband.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 720