2i FEBRUARI 1923- 77 samenwerken aldaar, bij U niet minder aangenaam zijn, dan die, welke wij, leden van het College, steeds aan U zullen behouden. Mijnheer L ij d s m a n, namens het College, wensch ik L geluk met dezen voor U zoo schoonen dag in Uw leven. Daarop zegt de heer CERUTTI het volgende Geachte Heer Lijdsman, De Wethouder, de heer F eb er, heeft uit naam van het Dagelijksch Bestuur U in hartelijke bewoordingen gehuldigd met de herdenking van Uw 30-jarig lidmaatschap van den Gemeenteraad op heden. Als oudste raadslid in jaren, na U, ontving ik de aange name opdracht om U ook namens den gemeenteraad als college en namens de raadsleden individueel geluk te wen- schen en te huldigen. Toen U, nu dertig jaar geleden, tot raadslid werd benoemd, was de gemeente nog niet verdeeld in kiesdistricten, werd aan de invoering van het algemeen kiesrecht en van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging nog niet gedacht en evenmin aan de invoering van het vrouwenkiesrecht. Uwe benoeming geschiedde toen nog bij meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Vijfmaal vernieuwden de kiezers Uw mandaat en in Uw zittingstijd hebt U veel raadsleden zien komen en zien heengaan. De Raad is ervan overtuigd, dat U gedurende die 30-jarige periode Uw mandaat met ijver en toewijding hebt vervuld en daardoor in niet geringe mate de belangen der gemeente Breda hebt helpen bevorderen. Geachte Heer Lijdsman. Namens den Raad heb ik de eer U hartelijk geluk te wenschen met de viering van Uw dertig-jarig jubileum. En ik had zoo gaarne bij dien geluk- wensch ook de hoop uitgesproken, dat het lidmaatschap van den Raad door U nog verscheidene jaren zou mogen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 77