86 i6 MAART 1923. 3. Adres van het bestuur van den Bond tegen het schenden door het vloeken van Gods heiligen Naam, ver zoekende regelingen te treffen, waarbij het vloeken en ijdel gebruiken van Gods heiligen Naam in woord en geschrift wordt verboden op alle openbare terreinen. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders, hoewel het met de strekking van dit verzoek eens zijnde, meenen, dat hieromtrent moeilijk bepalingen zijn te treffen, welke in de praktijk doeltreffend zullen blijken te zijncon trole en repressie kunnen in deze bezwaarlijk door den gemeente-wetgever worden uitgeoefend, weshalve zij voor stellen dit adres voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. 4. Adressen van verschillende middenstandsvereenigingen, verzoekende de gas- en electriciteitsprijzen te verlagen. De heer KORTEWEG merkt op, dat adressanten er op wijzen, dat de exploitatiekosten te hoog zijn. Spr. vraagt, waaraan dit is toe te schrijven. De VOORZITTER antwoordt, dat een en ander zal blijken uit het prae-advies, dat Burgemeester en Wethouders over deze zaak zullen uitbrengen. De heer KORTEWEG vraagt, of de Voorzitter kan mededeelen, hoeveel winst er in 1922 op deze bedrijven gemaakt is. De VOORZITTER zegt, dat ook dit zal blijken uit het prae-advies Burgemeester en Wethouders hebben daarom trent al een nota van den Directeur ontvangen. Alsnu wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae- advies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1923 | | pagina 86