8
29 JANUARI 1923
invloed der slechte tijden zich nog op de inkomstenbelasting
doen gevoelen. Wij vertrouwen, dat elk voorstel met finan-
ciëele gevolgen door U ook in dit licht zal worden bezien. Zulks
behoeft geenszins te weerhouden economische en sociale
maatregelen te nemen, die, zoo niet direct, toch in de toekomst
hun nut zullen afwerpen.
Tot deze behooren de belangrijke beslissingen in zake den
ombouw der gasfabriek, waarvoor Uwerzijds in den loop van
1922 meer dan vijf ton werden gevoteerd. Wanneer men
bedenkt, dat alleen voor de ovens reeds anderhalf millioen
K.G. steenen en 300.000 K.G. ijzer werden aangevoerd, dat
te midden van het groote werk op het niet groote terrein
het bedrijf ongestoord zijn gang behoort te gaan, dan krijgt
men eenigen indruk van den omvang van het werk en van
de groote zorg, welke van de directie en haar onderheb
benden wordt gevorderd om het plan tot een goed einde te
brengen. Naar met grond is te verwachten zullen de ovens
alvast in Juni 1923 in gebruik kunnen worden genomen en
zal naast de economische voordeelen voor het bedrijf ver
kregen worden, dat dit ten genoegen vooral voor de omgeving
vrijwel stof- en rookvrij en onschadelijk zal kunnen worden
voortgezet.
De ontwikkeling van het gasbedrijf, dat de concurrentie
van het electriciteitsbedrijf heeft te weerstaan, is overigens
niet ongunstig. De afgifte van gas steeg in 1922 met 3.3 °/0
tot ruim 41/i millioen M3. Bij het electriciteitsbedrijf was
een vermeerdering met ruim 35 °/0 waar te nemen in 1922
werden bijna 1.400.000 K.W.U. afgeleverd. Een percentage
als bij het gas viel ook ten aanzien van den groei van het
waterleidingbedrijf te constateeren.
Ook is de ontwikkeling van het Trambedrijf vrij gunstig
te noemen, al liepen de inkomsten uit het personenvervoer
van rond f85.000,in 1921 op f80.000,in 1922 terug.
Verminderde uitgaven deden bereiken, dat het verlies, hetwelk
over 1921 ongeveer f8500,bedroeg tot ongeveer f 1000,
in 1922 is teruggebracht.