1002 22 DECEMBER 1924. opgezegd, mits hiervan ten minste drie maanden te voren schriftelijk wordt kennis gegeven. De heer ZIJLMANS heeft geen bezwaar tegen de voor gestelde verlenging, doch meent daaraan te moeten vast- knoopen, het reeds in Augustus 1923 ingekomen schrijven van het Diaconessenhuis, in zake verhooging der verpleeg- kosten voor armlastige patiënten. Het bestuur heeft nog steeds geen antwoord ontvangen. Het Diaconessenhuis krijgt nog altijd maar f 1.25 per dag vergoed voor de verpleging van behoeftige zieken, terwijl het Sint Ignatius-ziekenhuis daarvoor f 3.25 per dag ontvangt. Dit lijkt Spr. een wan verhouding. Het bestuur van het Diaconessenhuis is daar over zeer ontstemd, aangezien het Diaconessenhuis gelijk waardig is. Dit verschil in vergoeding kan dan ook inderdaad niet door den beugel. Spr. vraagt, hoe het komt, dat die kwestie zóó lang kon blijven hangenhij zou dienaangaande afdoende inlichtingen willen hebben. De heer KOOPERBERG heeft over de door den heer Zijlmans te berde gebrachte kwestie al eens eerder inden Raad gesproken. Spr. heeft toen het voorstel gedaan om het Diaconessenhuis dezelfde vergoeding te geven als het St. Ignatius-ziekenhuis. Hij heeft destijds den indruk gekregen, dat zijn voorstel bij een directe behandeling aangenomen zou zijn geworden. Het komt Spr. voor, dat de huidige toestand verregaand onbillijk is. Het is een feit, dat het bestuur van die instelling nog steeds antwoord wachtende is op een brief in Augustus 1923 aan het gemeentebestuur gericht; een dergelijke handelwijze is niet te qualiflceeren. Spr. stelt voor, om voor de verpleging van armlastige pa tiënten in het Diaconessenhuis hetzelfde tarief vast te stellen als voor het Sint Ignatius-ziekenhuis. Het verschil in kosten zal niet zoo groot zijn; het aantal verpleegdagen in het Diaconessenhuis bedroeg het voorgaande jaar slechts 500.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 1002