22 DECEMBER 1924.
1005
personen aan verpleegsters en zusters voor de huishouding,
waarbij de dienstboden nog buiten beschouwing blijven.
Berekent men voor elk van deze personen een noodzakelijk
levensonderhoud van f 500.per jaar, dan vraagt de ver
pleging zelve een bedrag van f 40.000.per jaar. Op een
totaal van 33733 verpleegdagen bedraagt dit gemiddeld
f 1.18 per verpleegdag.
Het nauwkeurig berekende bedrag der voeding is niet op
te geven, mede niet, omdat niet te berekenen is, welk ge
deelte der totaal uitgaven aan de verpleegden en welk
gedeelte aan de verpleegsters besteed wordt. Een bedrag
van f 1.— per dag blijft echter zeker beneden de werke
lijkheid, mede omdat zieken dikwerf extra diëeten moeten
volgen en veel versterkende middelen, vleesch, melk en
eieren behoeven.
Verwarming, electriciteit, gas en water bedragen in totaal
f 15.000.— per jaar; dit maakt f 0.44 per verpleegdag.
De bedragen aan geneeskundige verzorging besteed, maken
niet zooveel uit, dat ze, omgeslagen op het totaal der ver
pleegdagen, een aanmerkelijken invloed kunnen uitoefenen
op den verpleegprijs per dag, en kunnen hier dus buiten
beschouwing gelaten worden.
Aldus is de kostprijs der verpleging reeds gestegen tot
een bedrag van f 4.62 per dag, waarbij de schade van
onvoldoende bezetting a f 200.per dag nog voor risico
van de onderneming blijft.
Nog zij tot nadere inlichting medegedeeld, dat in 1923
het aantal verpleegdagen van gemeente- patiënten 15590
heeft bedragen.
Het aantal patiënten, die werkelijk den gemiddelden kost
prijs betalen is zeer gering; dit geschiedt uitsluitend door
de patiënten le. en 2e. klasse, waarvan het totaal aantal
verpleegdagen zoo gering is, dat er geen sprake van zijn
kan, dat zij het ook maar bij benadering voor de andere
patiënten zouden kunnen goed maken.
Weieens wordt de opmerking gemaakt de heer Cohen