22 DECEMBER 1924. 1013 „geleende f 200.700. verkreeg de kas van dat bedrijf „renteloos groote sommen uit de gemeentekas. „De verplichting van het gasbedrijf om voor de in 1915 „geleende gelden rente en afllossing te betalen, ofschoon de „gemeentekas over dit bedrag beschikte, werd gecompenseerd „door het niet betalen van rente over de aan het gasbedrijf „uit de gemeentekas als kasgeld en voor uitbreiding ver strekte gelden. „In 1920 werden de in 1915 voor het gasbedrijf geleende „f200.700.(96'/a0 o van f 208.000. aan dit bedrijf uit gekeerd als werkkapitaal (Zie notulen 1920 bldz. 212). In „deze notulen staat abusievelijk, dat het werkkapitaal f30.000. „bedroeg. Dit moest zijn f 35.000. „De heer Speyart van Woerden becritiseert deze „vergrooting van het werkkapitaal nog al scherp. Hij spreekt „van een reusachtige uitbreiding van het werkkapitaal, van „een verachtvoudiging daarvan, zonder behoorlijk vooraf gaand onderzoek. „Er is echter volstrekt geen grond voor critiek. „In naam was het werkkapitaal nog steeds f 35.000. „maar in werkelijkheid was het reeds meer dan f 200.000. „Als werkkapitaal immers werden gebruikt de uit de ge meentekas aan het gasbedrijf als kasgeld verstrekte gelden, „die, zooals hiervoor reeds gezegd, op 31 December 1919 „niet minder dan f 257.000.bedroegen. „Wat is derhalve in 1920 ten aanzien van het werkkapitaal „geschied? Eenvoudig dit, dat het bedrag van 200.700. „dat het gasbedrijf reeds als werkkapitaal gebruikte, doch „daaraan als kasgeld was verstrekt, overeenkomstig de wer kelijkheid werd gegeven als werkkapitaal. Een verandering „van naam en anders niet. „Dat voor en in 1920 het gasbedrijf een werkkapitaal van „veel meer dan f 35.000.noodig had, blijkt behalve „uit de balans 1919 volgens welke de waarde der voorraden „op ultimo December f 161.013.26 l;2 was en uit de balans „1920 volgens welke op ultimo December de waarde der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 1013