1014 22 DECEMBER 1924. „voorraden f 155.160.10 bedroeg vooral uit het schrijven „van den directeur der lichtbedrijven en waterleiding dd. 7 „October 1919, waarin deze de uitbreiding van het werk kapitaal met het bedrag der in 1915 geleende gelden aan „Burgemeester en Wethouders in overweging gaf. Volgens „dit schrijven was aan voorraden aanwezig voor een bedrag „van f 235.000.n. 1. aan steenkolen f 160.000. aan cokes „f 50.000.aan diverse magazijngoederen f 20.000.—, aan „bijproducten f 5000. „Een sterke vergrooting van het werkkapitaal was in „1920 zeer zeker noodig en werd dan ook door den Raad „in de vergadering van 28 April 1920 zonder eenige be denking goedgekeurd. „Wat de poging van den heer Speyart van Woer den betreft om uit het bedrag van het kasgeld van het „gasbedrijf op een paar tijdstippen aan te toonen, dat het „werkkapitaal niet zoozeer vergroot had behoeven te worden, „meenen wij te kunnen volstaan met te zeggen, dat het nu „en dan aanwezig zijn van een groot bedrag aan kasgeld „volstrekt niet aantoont, dat het werkkapitaal groot genoeg „is. En waar de heer Speyart van Woerden dan „wijst op het reusachtige bedrag aan kasgeld in de balans „1920, n. 1. f 157.889.48, daar wijzen wij hem erop, dat onder „de passiva op die balans een post staat van f 132.535.66 „wegens winstuitkeering aan de gemeente. „Na die winstuitkeering was er van de reusachtige kassa „niet veel meer over! „Nu de vraag, of in December 1923 niet f 200.000. „minder geleend had kunnen worden, doordien het gasbedrijf „de als werkkapitaal verkregen f 200.700.toen wel kon „teruggeven en dit bedrag dientengevolge voor den ombouw „kon worden bestemd? „Indien bij de voorbereiding der leening vast had gestaan, „dat het gasbedrijf die f 200.700.als werkkapitaal kon „missen, zou zeer zeker f 200.000.minder zijn geleend. „Maar dat stond nog volstrekt niet vast. Er was bij het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 1014