102
22 FEBRUARI 1924.
verordening opgenomen ter vervanging van de verschillende,
die er zich thans in bevinden, dan zal, wegens het vervallen
van art. 44 het hier voorgestelde nieuwe artikel als art. 44
in de verordening kunnen worden opgenomen.
Ten slotte wordt er de aandacht op gevestigd, dat de
voorgestelde bepalingen niet alleen op autobussen, doch ook
op andere te verhuren en te stationneeren voertuigen van
toepassing zullen zijn, iets waarvan de wenschelijkheid in het
oog springt. Bij de voorwaarden zal met het verschillend
karakter der voertuigen rekening kunnen worden gehouden.
De heer ZIJLMANS verzoekt om voortaan een noot bij
de agenda te leggen in geval een punt van de agenda wordt
afgevoerd. Spr. is nu tevergeefs in de leeskamer geweest om
inzage van het voorstel in zake aankoop van tramwissels
te nemen.
Spr. stelt voor, het 2e lid van het voorgestelde artikel te doen
luiden „Het is verboden met een rijtuig of een motorrijtuig,
waarvoor een vergunning als bedoeld in het eerste lid van
dit artikel is verleend, een andere standplaats in te nemen
of een anderen weg ie volgen dan door Burgemeester en
Wethouders is aangewezen".
De heer HAALMAN kan zich niet vereenigen met de
voorgestelde bepalingen; Spr. acht deze in strijd met art. 150
der Gemeentewet en vindt de redactie onduidelijk. Want,
wat zijn de kenteekenen van een geheel of gedeeltelijke
verhuring
De heer COHEN zou in plaats van ,,meï het kennelijk
doel" willen lezen: „kennelijk met het doel"Voorts vraagt
Spr., wat er wordt bedoeld met „gedeeltelijk te verhuren".
In de toelichting wordt niet gesproken van rijtuigen, doch
alleen van autobussen, terwijl in het artikel zelf de autobussen