1040
22 DECEMBER 1924.
vergeten, dat het hier een proefneming geldt; de voorge
stelde regeling zullen waarschijnlijk wel fouten aankleven,
maar na 1 jaar kan de zaak opnieuw onder de oogen worden
gezien. De heer Speyart van Woerden heeft gevraagd,
waarom er met betrekking tot den ontsmettingsdienst geen
reglement is ontworpen. Spr. moet op die vraag het antwoord
schuldig blijven; hij zal die kwestie straks met de genees
kundige commissie bespreken. Ten aanzien van de opmerking
van den heer Speyart over de verpleegkosten, zegt Spr.,
dat de billijkheid meebrengt, dat in de laagste bedragen naar
verhouding het meest wordt bijgedragen. Spr. moet er ook
hierbij wederom de aandacht op vestigen, dat het slechts
een proef is. Het maakt geen principiëel verschil, of die
bijdrage in een vast bedrag of percentsgewijze wordt uit
gedrukt. De reden, waarom bijlage L. nog niet behandeld
wordt, is gelegen in het feit, dat er nog onderhandelingen
worden gevoerd met het Sint Ignatius-ziekenhuis. Spr. is
n. 1., in tegenstelling met zijn voorganger, van meening, dat
men iemand geen overeenkomst moet opleggen, maar met
hem in overleg moet treden. Ten slotte brengt Spr. een
woord van hulde aan de commissie, die dit reorganisatie-plan
heeft ontworpen. Een en ander heeft wel lang geduurd, doch
dat komt, omdat men heeft gewacht op de Ziektewet-Talma
deze is echter niet tot stand gekomen.
Daarop wordt in stemming gebracht het door de
heeren Cohen en Neve op bijlage I., sub a,
ingediende amendement, hetwelk wordt aangenomen
met 11 tegen 9 stemmen.
Voor: de heeren Kluft, Elich, Loomans, Van
Werkhooven, Van Groenendael, Neve, Cohen,
Bogmans, Haaiman, Schlaghecke en Schrauwen.
Tegen: de heeren Speyart van Woerden, Cerutti,