1044 22 DECEMBER 1924. zoo. Spr. geeft den heer Cohen in overweging, een voor stel in te dienen tot aanvulling van het W. R. op dit punt. De heer COHEN zal in de volgende vergadering een voorstel tot wijziging van het W. R. indienen. 2. De heer COHEN heeft op 20 November 1.1. Burge meester en Wethouders eenige vragen gesteld in verband met het voorkomen van roodvonk in deze gemeente en daarop eerst den 24sten d. a. v. antwoord ontvangen, waarin Burgemeester en Wethouders mededeelden, voor een medisch onderzoek op de scholen nog geen reden aanwezig te achten. Intusschen is de uitbreiding van de ziekte van dien aard geworden, dat de gemeente-geneesheeren geadviseerd hebben, de scholen maar te sluiten. Spr. zou in overweging willen geven, voortaan een deskundig onderzoek te doen instellen, wanneer een dergelijke besmettelijke ziekte zich in de ge meente voordoet. De VOORZITTER vindt den heer Cohen wel zeer voorbarig met zijn raadgevingen. Er is meer gebeurd dan de heer Cohen weet. Burgemeester en Wethouders zijn in deze niet nalatig geweest. De heer MOLL zegt, dat ieder zal begrijpen, dat Burge meester en Wethouders naar aanleiding van de vraag van een leek er niet toe zullen overgaan om de scholen te sluiten. Burgemeester en Wethouders hebben in verband met het voorkomen van de ziekte in deze gemeente een schrijven gezonden aan de Gezondheidscommissie en aan alle hoofden van scholen. Al hetgeen gebeurd is, geschiedde op medisch advies. Spr. deelt daarop het verloop van de ziekte, welke niet van een kwaadaardig karakter is, mede. In de maand December zijn tot dusver aangegeven 30 gevallen van rood vonk, 3 van diphtherie en 2 van febris typhoïdea. De barak voor lijders aan besmettelijke ziekten ligt op het oogenblik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 1044