104
22 FEBRUARI 1924.
De heer SPEYART VAN WOERDEN acht door het
aan de vergunning verbinden van voorwaarden betreffende
de te volgen route het bestaan van een floreerend autobus
bedrijf bedreigd. Spr. zou daarom, alvorens zijn stem aan
dit voorstel te geven, van Burgemeester en Wethouders
willen vernemen, of zij voornemens zijn, bepalingen omtrent
de te volgen route aan de vergunning te verbinden.
De heer APPELBOOM dient de volgende motie in
„De Raad der gemeente Breda,
„Gelet op het feit, dat door Burgemeester en Wethouders
„een voorstel is ingediend tot toekenning van een crediet
„voor den aankoop van tramwissels;
„Overwegende, dat het voor een juiste beoordeeling van
„deze aangelegenheid gewenscht is om van twee onpartijdige
„deskundigen voorlichting te mogen ontvangen omtrent de
„vraag, of de tegenwoordige lijn al dan niet geschikt is
„voor het proefrijden van een motorwagen, zoo neen, hoeveel
„kosten naar globale raming, zouden moeten worden gemaakt
„om die lijn daartoe geschikt te maken
„Noodigt Burgemeester en Wethouders uit, een advies
„als vorenbedoeld in te winnen en dit aan den Raad over
„te leggen alvorens bedoeld voorstel in behandeling te
„brengen."
De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethou
ders die motie wenschen over te nemen. Aan haar inhoud
zal alle attentie worden gewijd. Zij behoeft dus thans geen
punt van beraadslaging uit te maken.
De heer APPELBOOM wil de verdere behandeling van
dit voorstel aanhouden.
De VOORZITTER constateert, dat het voorstel over het
algemeen genomen blijkbaar instemming vindt. Het verst in
in zijn critiek op de voorgestelde bepalingen gaat de „jurist"