b. dat op de geheele open ruimte, op de teekening 110 22 FEBRUARI 1924. de school aan de Boschstraat na de vereeniging als de voortzetting van de thans bestaande school A zal beschouwen. De VOORZITTER zegt, dat, wanneer het goedkeurings besluit van Gedeputeerde Staten komt, Burgemeester en Wethouders, alvorens uitvoering daaraan te geven, nog de beslissing van den Minister kunnen uitlokken. De heer HAALMAN heeft alleen gemeend in deze te moeten waarschuwen. Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 32. Bezwaarschriften tegen den aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1920/1921. Wordt besloten dit punt in besloten vergadering te behandelen. 33. Adres van W. Br oer e alhier, daarbij ontheffing verzoekende van art. 15 der Bouwverordening, ten behoeve van de bebouwing van het terrein der voormalige stoom- timmerfabriek op perceelen aan de Emmastraat. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om de gevraagde uitzondering toe te staan. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de gevraagde ontheffing toe te staan onder de volgende voor waarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 110