22 FEBRUARI 1924.
115
Woning-
ns art. 105
meester en
le aange-
a de dag-
verleende
deze ge-
ulling van
de uitzon-
atieven er
i om hun
de huizen
zlarbeiders
ngs in de
onder de
gemeester
de textiel-
heeft Spr.
welke den
gemeester
ook zeer
ers stellen
tes, welke
wanneer
Er wor-
huisbellen
;t systeem,
zn, is dan
ook geen toestemming te geven, wanneer het collectes geldt,
waarbij Bredasche belangen zijn uitgesloten, tenzij in enkele
bijzondere gevallen, o.a. wanneer de aanvraag komt van een
van ouds bestaande instelling zooals b.v. het Roode Kruis
cn het Huisvestingscomité. Zoo komt het, dat in het geval,
door den heer Schrauwen bedoeld, de aard der collecte
bij het college zelfs geen punt van overweging heeft uitge
maakt; de aanvraag is eenvoudig behandeld volgens het
hier vóór uiteengezet systeem.
De heer SCHRAUWEN dankt den Voorzitter voor diens
antwoord. Het spijt Spr., dat door Burgemeester en Wet
houders de aard der collecte niet in overweging genomen
is; zij hadden z. i. daaraan wel eenige aandacht mogen
schenken, daar een groot gedeelte van de bevolking in dit
conflict aan de zijde van de textielarbeiders staat. De Aarts
bisschop van Utrecht heeft hun een groote gift doen toe
komen, met verlof om zulks publiek te maken ten einde zijn
voorbeeld navolging te doen vinden. Door hun weigering
hebben Burgemeester en Wethouders den schijn gewekt
alsof zij zich in deze partij hebben gesteld.
De VOORZITTER verzekert nogmaals, dat het verzoek
is afgewezen om een reden, welke geheel buiten de zaak
ligt. Het onderwerp is niet eens in overweging genomen;
derhalve kan er geen sprake van zijn, dat Burgemeester en
Wethouders zich in deze partij zouden hebben gesteld.
De heer SCHRAUWENIk heb niet gezegd met opzet,
doch de schijn is gewekt. In ieder geval is het een feit, dat
de textiel-baronnen door een dergelijke weigering indirect
worden gesteund.
De VOORZITTER is van oordeel, dat men toch zal
moeten toegeven, dat het een volkomen juist standpunt was
om niet in te gaan op het al of niet rechtmatige der collecte.