27 MAART 1924. 121 De VOORZITTER verzoekt den Secretaris, den heer Neve binnen te leiden. Hieraan voldaan zijnde, worden door den heer Neve in handen van den Voorzitter achtereenvolgens afgelegd de verklaring en de belofte van zuivering en de belofte van trouw, voorgeschreven in art. 39 der Gemeentewet. De VOORZITTER wenscht den heer Neve geluk met zijn benoeming en voegt daaraan een woord van afscheid toe aan dengene, wiens plaats de heer Neve thans vervult. De heer Me ij vis heeft ook door trouwe opkomst getoond zijn ambt met toewijding en ijver waar te nemen. De heer NEVE verklaart de belangen der gemeente naar zijn beste vermogen te zullen behartigen. Hij zal daarbij de belangen der arbeiders niet uit het oog verliezen. Waarop de benoemde zitting neemt. De VOORZITTER zegt, dat de notulen van het ver handelde in de vergadering van 22 Februari j. 1. overeen komstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Dit niet het geval zijnde, worden de notulen van voormelde vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde: 2. Besluiten van de Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 121