27 MAART 1924.
135
„De Raad der gemeente Breda-,
„Overwegende, dat er meeningsverschil bestaat over de
„vraag, of de voorzitter eener raadscommissie, die als zoo
danig door Burgemeester en Wethouders uit hun midden
„is aangewezen behalve bij staking van stemmen ook
„bevoegd is aan de overige stemming deel te nemen.
„Spreekt zijn meening uit, dat deze vraag in bevestigenden
„zin behoort te worden beantwoord."
De heer KLUFT wijst er op, dat deze commissie slechts
een adviseerend lichaam is. Spr. acht het derhalve van
minder belang, dat de voorzitter medestemt.
De VOORZITTER: Zeer juist.
Daarop wordt het artikel onveranderd goedgekeurd
en vastgesteld en wordt de motie van den heer
Cerutti in handen van Burgemeester en Wethou
ders gesteld om prae-advies.
De overige artikelen worden zonder eenige dis
cussie onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.
De ontwerp-verordening wordt alsnu, met inacht
neming van de daarin aangebrachte wijzigingen, in
zijn geheel goedgekeurd en vastgesteld.
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot onder-
handsche verhuring aan de Slagers Sportvereeniging „S. S. V.
Breda" van eenige perceeltjes grond nabij de Cavalerie-
kazerne onder de gemeente üeteringen, luidende als volgt:
„De huurovereenkomst met de Voetbalvereeniging „Prins
„Maurits" voor de perceeltjes gemeente üeteringen Sectie
„D 217, 218 en 219 (nabij de Cavaleriekazerne) en verhuurd
„voor 50..per jaar, liep 28 Februari 1924 af. Door het
„bestuur is alstoen medegedeeld, dat zij de huurovereenkomst
„niet wenschte te verlengen.
