18 JANUARI 1924. 13 „commissie van werkloozen-verzorging en het Burgerlijk „Armbestuur een regeling te treffen, waarbij aan werklooze „gezinshoofden en zij, die in hulpbehoevende omstandigheden „verkeeren, cokes beschikbaar wordt gesteld tegen vermin- „dering van 50 cents per H.L. en tot een maximum van „één H.L. per week, zulks met ingang van 1 Februari a.s. „en voor den tijd van zes weken" De VOORZITTER zegt, dat omtrent het een en ander prae-advies zal worden uitgebracht. De bespoediging, welke de heer M e ij v i s zich van de indiening zijner motie voor stelt, lijkt Spr. illusoir. De daarin voorkomende woorden mei de commissie" zullen moeten luiden gehoord de commissie". Voorts zegt Spr., dat de heer M e ij v i s als oud-raadslid uit ervaring kan weten, dat de cokes-kwestie geen zaak is, die op rolletjes loopt, zij is zeer moeilijk te regelen. De vorige maal was men blij toen zij tot het ver leden behoorde. De heer COHEN vreest, dat het stellen van deze zaak in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies te lang zal duren. Spr. wil haar daarom nog dezen middag afdoen. De VOORZITTER merkt op, dat, wanneer de ergste tijd voorbij is alvorens in deze een beslissing kan worden genomen, zulks te wijten is aan degenen, die het verzoek eerst in de laatste dagen van December hebben ingediend. Men zal het er toch over eens zijn, dat deze kwestie niet zoo maar rauwelings kan worden behandeld. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop besloten, voormeld adres, alsmede de motie-M e ij v i s, te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 13