16 18 JANUARI 1924. „Krachtens deze bepaling moeten zij voor weduwen- en „weezenpensioen bijdragen 3 ten honderd van den grondslag, „die tot berekening van hun pensioen heeft gestrekt, verminderd „met f200. Volgens de Pensioenwet 1922 zijn alle gepension- „neerden, die op of na 1 Juli 1922 zijn gepensionneerd, vrij „van premiebetaling, terwijl aan degenen, die vóór dien datum „zijn gepensionneerd, de premie, te rekenen van 1 Juli 1922, „niet meer wordt ingehouden c.q. gerestitueerd. Het komt ons „billijk voor, adressanten, die, ondanks de toegekende 40 „verhooging, toch nog in een veel ongunstiger positie ver- „keeren, dan degenen, die van de voordeelige bepalingen der „pensioenwetten van 1913 en 1922 profiteeren, nietalieen vrij „te stellen van premiebetaling, maar hun bovendien restitutie „te verleenen van de betaalde premie, te rekenen van 1 Juli „1922; de kas van het gemeentelijk pensioenfonds lijdt daardoor „een verlies van f 28.611 per kwartaal of f 114.46 'sjaars „(onbeduidend voor het fonds, doch van groot belang voor „degenen, die het betreft), terwijl bovendien gerestitueerd zal „moeten worden, volgens bijgaanden staat, de betaalde premie, „te rekenen van 1 Juli 1922 t/m heden, in totaal f156.121/-- „Hierbij komt dan nog de bijdrage voor het 4e kwartaal „1923, ten bedrage van f28.61' zoodat het fonds over 1923 „extra belast wordt met f 184.74. „Op grond van een en ander geven wij U in overweging, „op het verzoek van adressanten gunstig te beschikken. Het „hierboven gemeld art. 22 wordt dan ingetrokken en hieraan „terugwerkende kracht verleend tot 1 Juli 1922. „Een ontwerp-besluit daartoe gaat hierbij." Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 13. Adres van de commissie van voorbereiding voor de oprichting eener provinciale brandweer-organisatie, verzoe kende te willen medewerken tot de oprichting van een provincialen Brandweerbond.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 16