170 4 APRIL 1924. De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, wanneer en voor hoeveel dit perceel indertijd is aangekocht. De VOORZITTER antwoordt, dat het pand ongeveer 4 jaren geleden is aangekocht voor f 30.000, waartegenover een kleine tegemoetkoming stond van f 500, ter beschikking gesteld door de Koninkl. Nederl. Automobielclub. Men wist te voren, dat de gemeente bij verkoop verlies zou lijden, doch daar staat een belangrijke verkeersverbetering tegenover. De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, of het niet mogelijk zou zijn, meer voor den grond te krijgen. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethou ders het liefst zouden hebben gezien, dat men tot een op lossing was gekomen, waarbij dit perceel met de belendende panden werd omgewerkt tot één gebouw. Zij hebben ver schillende pogingen daartoe aangewend. Daar de grond echter al eenige jaren braak heeft gelegen en de oppervlakte betrekkelijk te gering is om er een flinke som voor te krijgen, is het wenschelijk, dat de zaak thans wordt opgelost. De aanbieding van den heer van der Sluijs is de hoogste, welke is ingekomen. De heer CERUTTI vraagt, of het niet meer practisch zou zijn om den grond in het openbaar te verkoopen. De heer FEBER acht dit gevaarlijk. Het nadeel van openbaren verkoop is, dat de grond dan geprijsd wordt. Wanneer er b. v. eenmaal f 1400.is geboden, dan zal er later niemand zijn, die er meer voor geeft. De heer KLUFT lijkt een prijs van f 1800.— voor dit stuk grond voldoende. Spr. is het eens met de woorden van den heer F eb er. Bovendien moet men bij dit voorstel in aanmerking nemen, dat de kooper van plan is, daar een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 170