180 4 APRIL 1924. een zoo kleine categorie als de Protestanten hier in Breda vormen wèl tegemoet zijn gekomen. Spr. zal dan ook voor stellen om ten aanzien van den 1 Mei-dag hier evenals in Amsterdam een regeling te treffen, waarbij aan hen, die zulks wenschen, dien dag voor eigen rekening verlof kan worden verleend. De heer KORTEWEG is Burgemeester en Wethouders eveneens dankbaar voor dit prae-advies. Spr. merkt op, dat indien Driekoningen op een marktdag valt, de markt in dat geval op een anderen dag wordt gehouden en is van mee ning, dat zulks op Goeden Vrijdag ook wel zou kunnen geschieden. De VOORZITTER is erkentelijk voor de ingenomenheid, welke met deze regeling is betuigd. Spr. wijst op het nuttig effect, hetwelk is bereikt door onzen bestreden wensch om het voorstel van den heer Z ij 1 m a n s in handen van Bur gemeester en Wethouders te stellen; had men zulks destijds niet gedaan, dan was de kans groot geweest, dat men van den Goeden Vrijdag direct een Zondag had gemaakt. Wat nu de marktkwestie betreft, het is zeer moeilijk van een bepaalden dag af te wijkenmen moet daarbij ook rekening houden met de omliggende plaatsen. Vorige jaren is de zaak zóó georganiseerd, dat de markt tamelijk ver van de Groote Kerk bleef. Van kerkelijke zijde bleek men tevreden. Toen nu onlangs wederom een desbetreffend adres van den Ker- keraad inkwam, hebben Burgemeester en Wethouders met den marktmeester overlegd en bepaald, dat de markt ditmaal nog verder dan verleden jaar zal worden teruggedrongen en wel zooveel mogelijk naar de Sint Janstraat en Halstraat. Spr. gelooft dan ook niet, dat dit punt nog moeilijkheden kan opleveren. Ten opzichte van den 1 Mei-dag heeft de heer Cohen zich beperkt tot het indienen van een heel eenvoudig voor stel, waarbij dien dag verlof zal worden verleend op eigen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 180