188
4 APRIL 1924.
gewag gemaakt was van de noodzakelijkheid om meerdere
wissels te vernieuwen, wordt thans als de natuurlijkste zaak
der wereld verkondigd, dat de allereerste (let wel op dit
woord allereerste) conclusiën der deskundigen zullen zijn, de
vernieuwing der wissels, de aanleg van een baan van zwaarder
kaliber in de Willemstraat, het op „mal" brengen van de
lijn en het lichten van rails, daar waar zij niet met de be
strating gelijk liggen.
Uit het gebruik van het woord „allereerste" schijnt te
mogen worden geconcludeerd, dat ook de Wethouder over
tuigd is, dat er nog vele meerdere conclusiën zouden zijn te
verwachten.
En in plaats van nu die verdere conclusiën te willen ver
nemen, wordt eenvoudig van elk onderzoek afgezien, uit
overweging, dat het niet denkbeeldig is, dat de deskundigen,
bij eenigen twijfel ten aanzien van de geschiktheid van de
lijn voor een proefneming met motor-tractie, het voor dekking
van hun verantwoordelijkheid veiliger achten een advies
uit te brengen, dat beduidend hoogere uitgaven zou vorderen
en belangrijk zou afwijken van het destijds eveneens door
twee deskundigen aan den Wethouder gegeven advies.
Wanneer deze veronderstelling, die mij voor deskundigen
in 't algemeen weinig vleiend voorkomt, juist zou zijn, zou
dan een deskundig onderzoek wel ooit eenige waarde hebben
Neen, Mijnheer de Voorzitter, ik hecht gelukkig meer
waarde aan het oordeel van deskundigen dan de betrokken
Wethouder schijnt te doen, en ik ben er dan ook van over
tuigd, dat onpartijdige deskundigen, wie zij ook mogen zijn,
ons een juiste en betrouwbare voorlichting zouden geven.
Om misverstand te voorkomen plaats ik op den voorgrond,
dat ik in waardeering van de door den Wethouder geraad
pleegde deskundigen voor hem niet onderdoe, maar zaken
zijn zaken en daarom is het een goede gewoonte om aan
bij de zaak betrokkenen geen advies te vragen.
Waar door den Wethouder wordt toegegeven, dat het
uiterst moeilijk is een goede oplossing van het tramvraagstuk