18 18 JANUARI 1924. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot onderhandsche aanbesteding van de vernieuwings- en her stellingswerken aan de Hooge Brug nabij het Postkantoor, daarbij machtiging verzoekende om het werk aan den laagsten inschrijver, de Hollandsche Constructie Werkplaats te Leiden, te gunnen voor f 14800. De heer ZIJLMANS zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter, De stukken, aan den Raad overgelegd, zijn onvolledig en niet voldoende voor een behoorlijke beoordeeling, er ont breken b, v. een bestek, een teekening en een gedetailleerde begrooting. De Raad heeft niet besloten dit werk onderhands aan te bestedenredenen, om dit werk onderhands aan te besteden zijn niet aanwezig. Met mijn wensch publieke aanbesteding (zie raadsnotulen 29 October 1923, bladzijde 572), is geen rekening gehouden ondanks de toezegging van Wethouder Pelster. Waarom is getracht dit werk onderhands aan te besteden Een crediet is toegestaan van f 25500. Prijsopgaven zijn zijn gevraagd voor een deel van 't werk, blijkbaar uit de opgegeven sommen van nog niet de helft van 't werk. Op welke wijze zal de rest van het crediet besteed en verwerkt worden Er blijkt niets van Hoe luidt de omschrijving, waarnaar voor dit werk prijs is gevraagd? De resultaten van de gevraagde prijsopgaaf zijn zéér poover slechts drie aanbiedingen kwamen in op zes aanvragen en deze zijn allen hoven de raming. Er zijn nog tal van soliede firma's in Nederland, welke voor de uitvoering van dit werk in aanmerking kunnen komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 18