4 APRIL 1924.
191
wil de veiligheid van het andere verkeer op de straat ge
waarborgd zijn.
En ik heb een stil vermoeden, dat ook de Wethouder
daarvan een voorgevoel heeft, getuige de noot onderaan
op blz. 7 van zijn rapport, waarin staat te lezen, dat bij
voorbaat voor die verzwaring reeds rails van zwaarder
profiel zullen worden aangeschaft.
Mocht het inderdaad juist zijn, dat in de toekomst alge-
heele of zij het ook maar gedeeltelijke verzwaring van de
lijn noodig is (Burgemeester en Wethouders hebben het
ondanks mijne motie noodig gevonden ons daaromtrent in
het duister te laten) dan zou dat een belangrijk financieel
offer eischen, dat het mogelijk raadzaam zou maken van
den verderen ombouw af te zien. Neemt men in aanmerking,
dat de verzwaring van het kleine stukje lijn in de Willemstraat
reeds f 9500.kost, dan behoeft het geen betoog, welk
een zeer groot bedrag de verzwaring van de geheele lijn
zou vorderen.
In de ontworpen exploitatie-rekening van het gemoderni
seerde bedrijf is door den betrokken Wethouder geen rekening
gehouden met die mogelijkheid of liever gezegd, waarschijn
lijkheid, waardoor zijn geheele berekening op losse schroeven
komt te staan, althans aan een herziening zou moeten worden
onderworpen.
Volgens de berekening van den Wethouder zou het gemo
derniseerde trambedrijf zich kunnen bedruipen. Zou echter
de verzwaring van de lijn noodig zijn, dan zou de tram vrij
zeker een ernstige schadepost blijken en waar de particuliere
autobussen naar mijn meening, mits bij een concessie behoor
lijke voorwaarden worden gesteld, aan de behoefte van het
publiek zullen kunnen voldoen, is er alle reden in deze met
de grootste voorzichtigheid te handelen.
Tenzij ik door Uwe nadere toelichting tot een andere
overtuiging mocht worden gebracht, zal ik tegenstemmen,
omdat ik geen behoorlijke voorlichting heb ontvangen.