4 APRIL 1924. 207 f 6.846.301/a. Dit is beslist te laag; hier behoeft trouwens van geen raming sprake te zijn, dit bedrag is vast te stellen aan de hand van de ten laste van het trambedrijf aangegane geldleeningen. Voor 1923 is deze post begroot op f 7700 f 2750 f 10450—, voor 1924 op f8400 f3000 f 11400— Deze post is dus zeker f 4000 te laag gesteld. Voor onderhoud rijtuigen trekt de heer Feber thans uit f 1598.— en vermindert zoodoende het in 1923 benoodigde bedrag met f 1000.In de nota van 4 December verhoogde hij dezen post met 50 °/0, omdat 50 meer gereden zou worden. Onderhoud weg: In de nota van 4 December werd deze post tot f 1000. verhoogd, omdat 50°/0 meer gereden zou worden; thans vindt de heer Feber dit niet meer noodig. En nu ten slotte twee vragen: waarom berekent de heer Feber op 4 December: extra-kosten motortractie f2122.69 en nu daar voor niets? Waarom schrijft de heer Feber op 4 December op zijn wagens het eerste jaar 40 het 2e jaar 40 en het 3e jaar 20 af en nu elk jaar slechts 10 Wat voor 6 om gebouwde wagens slechts f 1500.oplevert, in plaats van volgens de nota van 4 December j. 1. f 6000.terwijl hij op 11 December toch zegt, dat elk jaar nieuwe motors ad f 500.per wagen noodig zouden zijn, dus dat is reeds alleen f 3000.per jaar aan motoren. Wanneer ik op de wagens het systeem van afschrijving van 4 December toepas, krijg ik een verhooging van rente, aflossing en reserves ad f 11035. Deze verschillende afwijkingen hebben samen tengevolge, dat de exploitatierekening met een nadeelig slot van f 11600. sluit. Bovendien wijs ik er op, dat de heer Feber om zijn exploitatierekening sluitend te maken 9.4 ct. per persoon en per rit noodig heeft, daarbij nu weer rekenend naar het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 207