248 8 APRIL 1924. Blijvende belastingverlaging bereikt men niet door groe peering van cijfers, maar uitsluitend door verlaging der uit gaven. En ik hoop dan ook, dat de heer Haaiman, die ten vorige jare voor den belastin gverlager bij uitnemendheid heeft geposeerd, blijk zal geven van die eenvoudige waar heid doordrongen te zijn en mede zal werken tot de aan neming van de voorstellen tot bezuiniging, die straks zullen worden gedaan. Waar, zooals hiervoren werd betoogd, de dienst 1923 vermoedelijk geen batig saldo zal opleveren, daar kan de noodzakelijke belastingverhooging slechts worden beperkt door een samenstel van bezuinigingen. Afgezien van kleinere posten, die voor besnoeiing in aan merking komen, zijn er 3 posten van uitgaaf, die in de eerste plaats een aanzienlijke bezuiniging kunnen brengen. Deze zijn de salarissen en loonen, de kosten der op veel te groote leest geschoeide politie en de uitkeeringen aan werkloozen. Wat de salarissen en loonen betreft, kan ik mij niet ver eenigen met het voorstel van Burgemeester en Wethouders om te korten 15% voor ongehuwden, 10 voor gehuwden en 5 °/o voor gehuwden met een kind. Niet alleen wordt door een dergelijke wijze van bezoldi ging de belooning voor een zelfde prestatie in vele gevallen maar al te groot, maar bovendien leidt deze wijze van sala- rieering tot consequenties, die m. i. dienen te worden ver meden. Om een voorbeeld te noemen zal een ongehuwde gasfitter le klasse dus een geschoolde arbeider minder verdienen dan een gehuwde straatveger met 2 kinderen. Met een dergelijke verergering van de m. i. op den duur fatale nivelleering der loonen kan ik niet accoord gaan. Bovendien, als steeds meer rekening moet worden gehouden met persoonlijke omstandigheden, waar is dan het einde? Brengt dan, in denzelfden gedachtengang voortredeneerende, de consequentie niet mede, om ook rekening te gaan houden met de omstandigheid, of en in welke mate ik denk hier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 248