8 APRIL 1924 293 „halen, waarop de naam „Feber" was gesteld; 't was de „Heer, die niet gewild heeft, dat de financiën onzer gemeente „onder de hoede van den heer Peris Haaiman zouden „worden gesteld en eindelijk was het de Heer der Heer- „scharen, die heeft voorkomen, dat de mogelijkheid zou „worden geschapen, dat een Jood-Socialist zou kunnen wor- „den aangewezen voor het loco-burgemeesterschap van het „Christelijk Breda." Komende tot de R. K. fractie, is Spr. er den heer Van Luijtelaar erkentelijk voor, dat deze zooeven de fractie „Schaepman" ook Katholiek heeft genoemd. Het debuut der R. K. fractie, voorheen „Recht en Orde", is echter niet zeer gelukkig geweest. Bij de wethouderskeuze toch stemden 7 leden dezer fractie op een socialist. Er wordt van die zijde weieens geschermd met pauselijke en bisschoppelijke brieven Spr. zal daarom in dit verband ook een schrijven aanhalen en wel van den Aartsbisschop van Utrecht en de andere Bisschoppen van Nederland, waarin deze waarschuwen tegen de dwalingen van het Socialisme en hen veroordeelen, die de socialistische leerlingen steunen. De 7 Katholieke leden, die toen op den heer Haaiman hebben gestemd, handel den dus daarmede in strijd met die bisschoppelijke voor schriften en behooren volgens dezen brief niet meer tot de R. K. Kerk. Een ander punt, met betrekking tot het debuut der R. K. fractie vormt de benoeming der commissiën. Zoolang Spr. heugen kan, was het nog nimmer voorgekomen, dat bij de jaarlijksche ver nieuwing der commissiën van bijstand een aftredend lid buiten de commissie gestooten werd. Dit geval heeft zich echter in Octo ber j. 1. voorgedaan, toen de heer Feber voorzitter van de Gas- commissie geworden was. In 1922 werd Spr. door een Sociaal-Democraat verzocht bij een verkiezing voor een raadscommissie niet meer op den aftredenden heer Haaiman te stemmen, omdat deze niet meer tot de S. D. A. P. fractie behoorde. Spr. heeft toen gezegd„daar doe ik niet aan mee, want men zit niet als politiek persoon in eene commissie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 293