8 April 1924.
(VOORTZETTING.)
Tegenwoordig: mevrouw J. M. NEVE-REINTJES en
de heeren mr. H. J. W. PELSTER, A. SCHRAUWEN,
H. J. H. HORNIX, C. J. KLUFT, W. J. H. FEBER,
A. W. ZIJLMANS, J. H. A. VAN LUIJTELAAR, H. J.
MOLL, C. TH. BOGMANS, TH. NEVE, P. HAALMAN,
F. F. X. CERUTTI, TH. P. ELICH, W. J. A. LOOMANS,
B. COHEN, N. J. H. VAN GROENENDAEL, F. P. J.
A. APPELBOOM, A. C. KORTEWEG, mr. E. L. M. H.
baron SPEYART VAN WOERDEN en Jhr. mr. L. J. M.
VAN SASSE VAN YSSELT.
Voorzitter: de heer mr. dr. W. G. A. VAN SONS-
BEECK, burgemeester.
Secretaris: de heer H. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER opent de vergadering en stelt aan
de orde de voortzetting der behandeling van de gemeente-
begrooting voor het dienstjaar 1924.
De heer CERUTTI wenscht in verband met het debat
van dezen middag nog het volgende op te merken. Spr.
staat, evengoed als wie ook, op zijn point d'honneur. Wan
neer men 5 jaar lang deel heeft uitgemaakt van een raads
commissie, die taak met nauwgezetheid heeft vervuld Spr.
verzuimde nimmer een vergadering der commissie dan bij