8 APRIL 1924. 311 uit die in meerderheid conservatief te zijn. Spr. zegt, dat de heer ze, een Cohen als goed sociaal-democraat hier het woord „reactie" wordt had moeten gebruiken. Niet het College is „conservatief", indien doch de heer Cohen, die ook wil behouden wat in de bleven. tegenwoordige omstandigheden niet meer te behouden is. i. m. de De heer Cohen is echter blijkbaar nog niet thuis in de hebben krachttermen van zijn partij. >pr. tot Sterk heeft het Spr. verbaasd, dat de heer Haaiman ^g met hem verweten heeft, als zoude Spr. zijn oude plunje op zij stander gegooid hebben. Gesteld, dat Spr. dit had gedaan, dan had plaats de heer Haaiman er zijn vreugde over moeten uitspreken, 3 e r, te dat er buiten hem zelf ook nog een ander in den Raad aan- en wat wezig is, die van plunje verwisselde. Spr. ontkent echter zulks zft me- gedaan te hebben en denkt er ook niet over het te doen. :zen en In de vergadering van 4 April j. 1. heeft de heer Haaiman verklaard, dat de belangen van de werklieden hem zeer zwaar wogen, doch nog zwaarder de belangen der gemeente. n zich Bij Spr. is het precies zoo gesteld. De heer Haaiman heeft legene, Spr.'s idéé van loonaftrek absurd gevonden, het ei van istig is, Columbus enz. Spr. acht zijn voorstel echter toch niet zoo pr. een absurd en zal hierover nog enkele opmerkingen maken. tr wet- Iedereen zal moeten erkennen, dat, wanneer er een zeker eeft de loon is vastgesteld voor ambtenaren met gezinnen met twee r plaats kinderen en kindertoeslag voor elk kind boven deze twee, zij had een dergelijke regeling onvolledig is, wanneer dit stelsel ook ocratie, niet naar beneden wordt toegepast. Dat zijn voorstel een bekend unicum in den lande zou zijn, bestrijdt Spr. Ook het Rijk ie deze maakt verschil tusschen gehuwd en ongehuwd personeel, wering gezien het voornemen van de Regeering om de voorgestelde hooren salarisverlaging voor gehuwden in twee termijnen en voor it heeft ongehuwden in één termijn te doen ingaan. Uit het „Lehrbuch irenscht der Nationalökonomie" van den Duitschen economist Hein- DÓr dat rich Pesch leest Spr. vervolgens eenige zinsneden voor, p geen waaruit den heer Haaiman moge blijken, dat Spr.'s idéé [emerkt om de leuze „gelijke prestatie, gelijk loon" te veranderen in egeven „gelijke prestatie, gelijke levensomstandigheden" (gleiche

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 311