8 APRIL 1924. 337 dient echter in aanmerking te worden genomen, dat in dit jaar terugbetaling van te veel geïnde belasting over 1921 plaats vond. Ten slotte zal naar Spr. raamt over het jaar 1923 f 155.000.— te weinig geheven blijken te zijn. Spr. gelooft dan ook, dat men met het oog op de toekomst niet te optimistisch moet zijn. De heer Schrauwen heeft opgemerkt, dat het dienstjaar 1923-24 wel een batig saldo van f 200.000.zou opbrengen. Voorts heeft dit lid gezegd, dat er niets van de salarissen en loonen afgenomen kan worden. Spr. gelooft echter, dat de gemeente-salarissen zeker niet minder zijn dan de Rijks-salarissen en in ieder geval beter dan die, welke in de particuliere bedrijven worden betaald. Spr. wijst in dit verband op de straatvegers in ge meentedienst, die voor hun werk, dat geen vakkennis ver- eischt, f 29 a f 30 per week ontvangen, terwijl valide arbeiders in het particulier bedrijf f 16.80 verdienen. Spr. vindt het dan toch ook treurig, wanneer van die arbeiders een hoogere belasting geheven zou moeten worden, om mogelijk te maken, dat de hooge loonen van de gemeentewerklieden behouden blijven. Bij het door de ambtenaren ingezonden adres is een staat overgelegd van de belastingen in verschil lende gemeenten. Spr. acht dit niet juist ingezien. De ambte naren willen daarmede aantoonen, dat er geen gegronde aanleiding bestaat om tot verlaging der salarissen over te gaan. Op een andere plaats in het adres leest Spr. echter, dat de belastingen een voornaam deel van het budget van den ambtenaar uitmaken. Welnu, dan is er volgens Spr. juist wel aanleiding om den belastingdruk wat te verlichten. Naar aanleiding van hetgeen over de hooge kosten der politie is opgemerkt, hebben Burgemeester en Wethouders er op gewezen, dat Breda in een bebouwd complex is ge legen. Spr. vestigt er echter de aandacht op, dat dit bij meerdere gemeenten het geval is; Enschede ligt bijv. te midden van de gemeente Lonneker. Voorts is de bevolking te Breda vreedzaam, terwijl zij te Enschede nog al eens oproerig is, in verband met de geringe verdiensten aldaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 337