346 8 APRIL 1924. dat de 1158 stemmen van „Sc'naepman" en de 1661 stemmen van mij ook door Gods hand in de stembus zijn gekomen. Maar, als de heer Cerutti één Anti-Revolutionnair heeft gesproken, die zoo tevreden was, ik heb honderden en hon derden bewijzen mogen ontvangen van menschen van allerlei richting, zoowel van links als van rechts, S. D. A. P.'ers en Anti-Revolutionnairen, die niet zoo tevreden waren; als er geen Schaepmannianen bij waren, dan komt dit omdat er behalve de zes op de candidatenlijst vermoedelijk wel niet meer zijn. Wat de heer Cerutti bedoeld heeft met café's en slijte rijen, begrijp ik niet goed. Dat hijzelf daarvan geenszins afkeerig is, moge blijken uit het verkiezingsbiljet, dat ik U ga voorlezen en dat onder enveloppe juist tot café's en slijterijen is gericht. De heeren zullen wel zeggen, dat zij er niets van weten, want het is ongeteekend. Luistert naar dit fraais! „Vergunninghouders! Mag ik li een raad geven aan wien „gij Uwe belangen in de volgende zittingsperiode het best „kunt toevertrouwen? Mijn raad is: stemt dan decandidaten „van „Schaepman", die hebben altijd getoond, dat zij be grijpen, wat voor een bloeiend leven in Breda noodig is. „Krijgt de partij van Pelster en Moll de meerderheid, „dan zult ge nog menigmaal komen te zuchten. Ge weet, „dat dan vroeg sluiten, beperking van het uitgaande leven, „enz. op het programma zullen komen. Kiest gij Haaiman, „dan zijt ge misschien in den aap gelogeerd. Deze draait „met alle winden. Hij kwam in den Raad als socialist en is „nu wilde. Van zijn grooten mond, dat hij niet rusten zou „om Carnaval op straat weer ingevoerd te krijgen, als het „in Concordia en bij Bonus alleen mocht, is niets meer ver bomen. Maar buitendien, hij staat alléén op de lijst; wat „kan hij als éénling nu uitvoeren? Nu is hij nog wild, maar „als hij raadslid blijft, is hij binnenkort misschien zoo tam, „dat hij meestemt voor drooglegging vanaf 's Zaterdags tot ,,'s Maandags. Caféhouders bedenkt dus, wat ge doet en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 346