354 8 APRIL 1924. volking wegens de weinige verdiensten nogal rumoerig was. Met dit voorbeeld voor oogen, moet de heer Appelboom dan toch hier niet een dergelijken toestand in het leven willen roepen. Ten slotte wijst Spr. er op, dat een commies ter secretarie alhier f 2800.tot f 3300.— verdient, terwijl een commies in Rijksdienst volgens de voorgestelde salaris regeling f2400.tot £3400.zal ontvangen. Voor hoofd commiezen zijn deze cijfers respectievelijk f 3600.tot f4200.- en f3400.- tot f4400.—. De heer KORTEWEG dient in verband met de wethou- dersquaestie de volgende motie in De Raad der Gemeente Breda bijeen op 8 April 1924; Gehoord de mededeeling van den heer Wethouder Feber, dat de verstandhouding tusschen hem en den heer Wethouder Moll een schade is voor, althans niet in het belang is van de gemeente; Overtuigd, dat de verstandhouding niet tot overeenstemming is te brengen Overtuigd, dat verdere samenwerking van beide wethouders niet is in het belang van de gemeente; verzoekt genoemde wethouders afstand te doen van hun zetel. De VOORZITTER merkt op, dat deze laatgeboren motie eerst bezinken moet. In antwoord op hetgeen de heeren Appelboom en Cohen nog over de politie hebben ge zegd, merkt Spr. op, dat het inspectie- en contrölepersoneel in totaal uit 7 personen bestaat. Dit is absoluut niet te veel. Overigens kan ook bij vergelijking met andere plaatsen het hooger personeel hier heusch niet te dik gezaaid genoemd worden. Verder geschiedt de controle door contraloopen en op andere wijzen, niet zoo regelmatig en dientengevolge ondoeltreffend als men wel denkt. Ten slotte wil Spr. wel bevestigen hetgeen de heer Feber gezegd heeft over de hem gedane uitnoodiging om in de vergadering van de R. K.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 354